Echo was nog een levend wezen, geen klank; en toch had zij, 360 babbelziek, geen ander spraakvermogen, dan zij nu heeft, om van veel (woorden) de laatste woorden weer te geven. Juno had dit gedaan, omdat zij, wanneer ze de nimfen, vaak liggend in de bergen onder heer Juppiter, zou kunnen betrappen, de godin opzettelijk met een lang gesprek vasthield, 365 totdat de nimfen vluchtten. Nadat de Saturnische dit had bemerkt, zei ze: "Er zal jou een klein spraakvermogen (van deze tong), waardoor ik voor de gek gehouden ben, gegeven worden en het gebruik van je stem zal zeer kort zijn!", en door een daad bekrachtigt ze haar dreigementen; toch verdubbelt zij aan het eind van het spreken de woorden en weerkaatst de gehoorde woorden.