Toen echter Goed zag, dat er veel slechtheid van de mensen op aarde was, en de hele gedachte van het hart alle tijd gericht was op het kwaad, speet het hem dat hij de mens op aarde had gemaakt. En van binnenn geraakt door hartenpijn zei hij: "Ik zal de mens vernietigen die ik heb geschapen, van de oppervlakte van de aarde, vanaf de mens tot aan de dieren, vanaf de kruipende dieren tot aan de vogels van de hemel. Want het spijt me dat ik hen heb gemaakt".