Toen de samenzweerders de menigte deed weggaan, om des te beter de moord te kunnen plegen, zeidend dat de keizer alleen en gerust gelaten wou zijn, trok Claudius, die ook zelf aanwezig was zich terug in de bibliotheek. Niet veel later, vrezend over het gerucht van de dood, verborg hij zich achter de gordijn.
Terwijl de soldaten van de keizerlijke macht zich als gewoonlijk haastten, bemerkten ze zijn voeten onder het gordijn, en willend weten wie daar verborgen zat, trokken ze het gordijn open en herkenden Claudius, die ze als keizer begroetten, terwijl hij zich met grote angst voor de dood zich naar hun voeten gooide en smeekte hen hem te sparen en ze stuurden hem naar de kameraden.
Nadat hij door dezen ook als keizer werd begroet,werd hij in een draagkoets geplaatst, en nog altijd vrezend dat het met hem gedaan was,werd hij gebracht naar het legerkamp van de keizerlijke wacht, terwijl het volk hem beklaagde op de weg als een onschuldige die naar zijn straf werd vervoerd.
De consuls bezaten met de senaat en de stadscohorten het Romeinse markt en het Capitool, om hem vrij en beschermt van wapens te ontvangen. Maar weldra ontstonden tussen hen meningsverschillen en toen de meerderheid een leider eisten en Claudius noemden, zweerden tenslotte de soldaten van de keizerlijke macht in het legerkamp trouw in zijn naam en beloofde hij aan allen vijftien duizend sesters, waarvan de eerste Caesar was die de trouw van de soldaten omkocht.