De oude dag en het koninkrijk van Servius Tullius werden van dag tot dag meer gehaat door Lucius Tarquinius. Bovendien hitste zijn vrouw hem na een misdaad op tot een nieuwe. Daarom begon hij de leiders van de mindere adel af te lopen en hen met weldaden voor zich te winnen en voor die weldaden dank te vragen, en met beloftes en geschenken bracht hij de jongemannen naar zijn kant, en koning Servius zwart te maken.
Wanneer hij tenslotte vond dat de tijd gekomen was om de zaak af te handelen, kwam hij met een grote bewapende colonne naar de markt en ging hij zelfs naar het senaatsgebouw. Daar op de koninklijke troon gezeten riep hij de leiders bij koning Tarquinius. Dadelijk kwamen ze samen, de enen uit vrije wil en hier al van tevoren op voorbereid, de anderen met vrees en in de mening dat het al afgelopen was met Servius. Hij hield voor hen een redevoering waarvan dit de inhoud was:'Servius, een slaaf en het kind van een slavin, heeft ten onrechte de troon bezet en hij heeft zich als een zeer slechte koning gedragen, en daarom moest hij uit het rijk verdreven worden.?
Hij was nog niet klaar met spreken wanneer Servius, die haastig gewaarschuwd was, aankwam en hem met luide stem vanuit de voorhal van het senaatsgebouw toeriep: "Wat is dit, Tarquinius? Wat voor lef heb je om, terwijl ik nog leef de vaders samen te roepen en op mijn troon te gaan zitten?" Waarop deze zei: "Ik houd de troon van mijn vader, want een zoon is veel meer de erfgenaam van een koninkrijk dan een slaaf."
Er ontstond geroep bij de aanhangers van elk van beide koningen en het volk liep van overal samen. Dan greep Tarquinius, uit noodzaak gedwongen het uiterste te doen, Servius vast en aangezien hij qua leeftijd jonger en qua lichaam sterker was, bracht hij hem buiten het senaatsgebouw en wierp hij hem over alle trappen. De gezellen van de koning vluchtten; Zelf probeerde hij, onder het bloed, zich met zijn gevolg naar zijn huis, maar helemaal niet uit de koningskwestie terug te trekken. Maar door Tarquinius gestuurde en gewapende mannen achtervolgden hem en doodden hem. Naar men zegt heeft Tarquinius dit alles gedaan omdat hij aangespoord werd door Tullia, de dochter van Servius.
Wat er ook van zij, nadat Tullia met een wagen naar de markt gekomen was en niet gevreesd had voor de menigte mannen, riep zij haar echtgenoot uit het senaatsgebouw en begroette ze de koning als eerste. Daarop is ze door het grote tumult gedwongen zich thuis terug te trekken. Maar wanneer de wagen aan het einde van de Cipriusstraat was aangekomen, deed de paardenmenner, omdat hij bang was, de paarden stilhouden en liet hij de meesteres de vermoorde Servius, die daar lag, zien. Naar men zegt heeft dit de onmenselijke misdaad afgemaakt, waardoor de plaats zelfs nu nog de naam Scelerati Vici draagt. Want ze beval het lichaam van haar vader met de wagen mee te nemen en zo kwam ze met haar vaders bloed bespat thuis aan.