Toen Porsenna Rome belegerde en de hongersnood van dag tot dag erger werd, besliste Gaius Mucius, een nobele jongeman, het vaderland van de belegering van de Etrusken te bevrijden, zelfs met gevaar voor zijn eigen leven. Zo ging hij naar de senaat en hij zei: "Ik wil de Tiber oversteken, senatoren, en in het kamp van de vijand binnengaan. Een grote onderneming zal ik volbrengen al de goden het me toestaan. De senatoren keurden het goed. Daarom veranderde hij van kledij om meer op de Etrusken te lijken, en hij vertrok nadat een dolk onder zijn kledij verborgen was. Door de Etrusken niet herkend, bereikte hij hun kamp en daar bleef hij in een opeengepakte massa dicht bij de koninklijke tribune staan. Dan werd toevallig de soldij van de soldaten betaald. Maar omdat naast de koning een secretaris zat, met bijna dezelfde kledij, en de soldaten naar deze naartoe gingen en hij zelf naar hem toeging om als het ware zijn loon te ontvangen, haalde hij vervolgens plots zijn dolk tevoorschijn en hij doodde de secretaris voor de koning. Vervolgens bij een poging zich met zijn dolk een weg te banen, werd hij gevangen genomen en naar de koning gebracht. Door deze ondervraagd wie hij was zei hij:"Ik ben een Romeinse burger, mijn burgers noemen mij Gaius Mucius. Jij, o koning wilde ik doden, en ik ben even moedig om te sterven dan ik moed betoonde om de moord te plegen: en dapper doen en dappere dingen doorstaan is typisch Romeins. En ik niet alleen koester deze gevoelens voor jou: er is nog een lange rij van mensen achter mij om dezelfde roem na te streven. De koning, tegelijk woedend van de misdaden en verschrokken van het gevaar, bedreigde hem met vuur en folteringen, tenzij hij dadelijk duidelijk bekent maakt over welke hinderlagen hij sprak. Maar Mucius stak zijn rechterhand in het vuur dat brandde voor het offer en liet de vlammen zijn hand verbranden terwijl hij zei:" Deze straf verdien jij en erger zelfs, want jij hebt jouw opdracht slecht vervuld." Porsenna echter, verbeisterd door de moed van de jongeman, sprong op vanuit zijn zetel en rukt Mucius weg van het vuur en hij zei: "Ga weg, jij die meer vijandig bent tegenover jezelf dan jij tegen mij durft zijn: ik stuur je hier vrij vandaan."Dan zei Mucius: "Aangezien bij jou waardering is voor moed, zal ik jou vrijwillig bekend maken, wat jij niet kon loskrijgen met bedreigingen. 300 Romeinse jongemannen hebben namelijk samengezweerd om jou te doden."Wanneer hij dat hoorde, stuurde Porsenna samen met Mucius gezanten naar Rome. De moed van die jongeman en de grootte van het toekomstige gevaar hadden hem zo ontroerd, dat hij uit eigen beweging vrede zou sluiten met de Romeinen. De senatoren gaven Mucius wegens zijn moed een stuk grond aan de overkant van de Tiber ten geschenke, die later de Mucius weiden genoemd werden. Aan hem zelf echter werd de naam De Linkse gegeven.