Dat daar het einde van zijn leven nabij was, kwam op de volgende manier aan het licht. Er was daar een geneesheer met de naam Charicles, die in zijn vak uitblonk. Tiberius consulteerde hem geregeld. Toen die op zekere dag bij Tiberius wegging en hem onder het mom van vriendschap de hand drukte, voelde hij naar het kloppen van zijn aderen. Vervolgens zei hij aan Macro, de bevelhebber van de keizerlijke wacht, dat hij niet langer dan 2 dagen nog te leven had. Daardoor werden er onder de aanwezigen talrijke gesprekken gevoerd en werden er boodschappers uitgestuurd naar legerd en de provinciegouverneurs. Twee dagen later - net zoals Charicles had voorspeld- ontwaakte Tiberius niet meer uit zijn slaap en gaf hij de indruk zijn laatste adem te hebben uitgeblazen. Het gerucht verspreidde zicht dadelijk door heel de villa. Iedereen kwam aangelopen en vroeg wat er moest gebeuren. Zonder aarzelen trok Gajus de zegelring van de vinger van Tiberius. Hij schoof hem over zijn eigen vinger en werd door de omstaanders begroet als princeps en bevelhebber. Hij ging al naar buiten om zijn gezag uit te oefenen, toen hem plots gemeld werd dat Tiberius weer bij bewustzijn en bij stem was. Hij vroeg om eten en was razend omdat zijn zegelring gestolen was. Paniek maakte zich dus van allen meester. Een deel sloeg op de vlucht, anderen veinsden dat ze van niets wisten. Gajus Caesar vreesde na zijn hoogste verwachtingen terechtgesteld te worden. Maar Macro stormde zonder aarzelen de slaapkamer van Tiberius binnen, greep een hoofdkussen en drukte dat zo lang op het gezicht van de oude man tot hij stikte. Zo stierf Tiberius op 77jarige leeftijd.