Nauwelijks plaatsten de Galliërs hun kamp over de brug van de Anio, toen het Romeinse leger onmiddellijk vertrok naar de rivier. Toen trad een Galliër met een reusachtig lichaam naar voor. Hij schreeuwde zo luid als hij kon "Diegene die Rome als sterkste man heeft moet nu naar voor komen voor een gevecht, de uitslag van ons gevecht moet aantonen welk van beide volkeren beter is in de oorlog. Lange tijd waren de Romeinen soldaten stil. Toen trad Titus Manlius uit zijn wachtpost naar voor en zei: "Ik wil dat beest tonen dat ik in een familie geboren ben die de troep van de Galliërs van de Capitolijnse heuvel heeft verdreven. De opperbevelhebber antwoordde hem: "Geluk met je dapperheid, ga en bewijs dat de naam van Rome onoverwinnelijk is met de hulp van de goden.” Hij nam zijn schild en zijn zwaard, geschikt voor een dichter gevecht. De Galliër wachtte hem op en stak lachend zijn tong uit, nauwelijks stonden ze tussen de 2 slaglinies op het midden van de brug, ongelijk van grootte: kijk, de Galliër slaat zijn zwaard met een reusachtig geluid tegen het zwaard van Manlius maar hij wrong zich tussen het lichaam en de wapens van de Galliër en doorboorde zijn buik met de eerste en de tweede slag. En hij trok de bebloede halsketting, die rond zijn hals hing, weg van de liggende Galliër. De Galliërs weken terug, band en zijn dapperheid bewonderend. De uitgelaten Romeinen brachten Manlius naar de opperbevelhebber, zo kreeg Manlius de naam Torquatus.
Dezelfde Manlius, die tijdens de Latijnse oorlog tot consul gemaakt was, kondigde af dat niemand mocht vechten tegen de vijand buiten het gelid. Maar zijn zoon naderde toevallig met een eskadron ruiters langs het vijandelijke kamp. De leider van de Latijnse ruiterij herkende hem en zei: “Wil je met mij duelleren? Zo zullen allen kunnen zien hoezeer een Latijnse ruiter beter is dan een Romeinse ruiter." De woedde of het eergevoel raakte de sterke geest van de jongeman. Nadat hij het bevel van zijn vader vergeten was stortte hij zich in de strijd, hij doorboorde de Latijn die gevallen was van zijn paard. Nadat hij teruggereden naar zijn makkers met de verzamelde buit ging hij met een juichend eskadron naar het kamp, onwetend over zijn toekomst. Maar dadelijk beval de woedende consul dat een legervergadering bijeenroepen moest worden. “Jij, Titus Manlius, die noch het bevel van de consuls noch het vaderlijk gezag gevreesd had, jij hebt gevochten tegen mijn verordeningen in buiten de slaglinies tegen de vijand. Zodanig heb je de militaire discipline verstoort en mij tot een trieste noodzaak gebracht. Ofwel moet ik de staat vergeten ofwel mijzelf en mijn familie vergeten. Wij zullen eerder gestraft worden dan dat de staat voor onze fouten boet. Wij zullen een voorbeeld zijn met 2 aspecten. Het zal een droevig voorbeeld zijn maar we zullen ook een nuttig voorbeeld zijn voor de jeugd in de toekomst. Ga lictor en bind hem aan een paal. Eerst stonden allen verstomd door vrees maar, nadat de jongeman zijn hals werd doorgehakt, barstten ze uit in geklaag. De wreedheid van de straf maakte toch de soldaten gehoorzamer aan de leider en die strengheid was nuttig in de slaglinies.