2.6 De equo ligneo

Opmerking

Eerste versie

Gedurende vele jaren hielden de Grieken de stad Troje tevergeefs bezet.Dikwijls vochten ze met de Trojanen, maar nooit konden zij de overwinning behalen. Eindelijk bedachten ze een list: ze bouwden een reusachtig paard en verborgen daarin hun beste soldaten. 's Nachts lieten ze het grote dier voor de kust achter, braken hun kamp af en voeren naar het eiland Tenedus waar ze zich vertopten. Bij het ochtendgloren stonden de Trojanen verstomd: op de vlakte bemerkten zij geen kamp, geen schip, geen soldaat, niets anders dan een reusachtig paard. Dadelijk ging het gerucht door de stad. Burgers kraaiden victorie met luide stem, jongens en meisjes dansten en van overal kon men horen: "De Grieken zijn weg! Ze zijn naar huis gegaan! Ze hebben niets anders achtergelaten dan een houten paard!" De Trojanen liepen vrolijk de stad uit en liepen naar het beest toe. Het gevaarte werd door allen vol bewondering bekeken en aangeraakt, toen de priester van Neptunus, Laocoön, die de Grieken altijd wantrouwde de burgers waarschuwde: "De Grieken zijn niet naar hun vaderland teruggekeerd! Geloof mij! Jullie kennen Odyseus toch? Dit is een belegeringstuig dat door de Grieken tegen onze wallen is opgebouwd. Daar zitten soldaten in verborgen !" Na deze woorden wierp hij met grote kracht een lans naar het dier. Precies op dat ogenblik verscheen een zekere Sinon, een leugenachtige Griek. Hij zei: "De Grieken zijn naar huis teruggekeerd, ik ben alleen achtergelaten omdat ik Odyseus beledigde. Dit paard is door de Grieken voor Minerva gebouwd" Toen verschenen opeens twee woeste en huiveringwekkende slangen uit de zee, omstrengelden en wurgden de ongelukkige priester samen met zijn 2 zonen. Allen openden de poorten van de stad en gaven daardoor teken aan het Griekse leger.

Opmerking

Vanaf hier zijn er 2 versies:

Versie 1: Daarom geloofden de Trojanen Sinon. De poorten van de gingen open en het gevaarte werd binnen getrokken. Midden in de nacht, terwijl de Trojeanen het einde van de oorlog vierden, daalden de Griekse soldaten, die in de buik van het paard verborgen waren, uit hun schuilplaats. De Grieken voeren zonder uitstel naar de kust en konden makkelijk de stad binnendringen. De stad was bezet, vele burgers werden gruwelijk vermoord en alle huizen werden in brand gestoken. Zo is Troje vernield. Versie 2: Daarom geloofden de Trojanen Sinon. De poort van de stad werd geopend en het gevaarte werd in de burcht getrokken. Terwijl de Trojanen het einde van de oorlog vierden, klommen de Griekse soldaten, die stil in de buik van het paard verborgen waren, in het midden van de nacht uit hun schuilplaats. Ze maakten alle poorten van de stad open en gaven het Griekse leger een teken. Zonder uitstel voeren de Grieken terug naar de kust en gingen Troje gemakkelijk binnen. De stad werd bezet, vele burgers werden gruwelijk vermoord en alle huizen werden in brand gestoken. Zo is Troje vernield.

Opmerking

Tweede versie

De Grieken belegerden reeds vele jaren tevergeefs de stad Troje. Vaak streden ze met de Trojanen, maar nooit konden ze de overwinning behalen. Uiteindelijk bedachten ze een list : ze bouwden een reusachtig houden paard en verborgen daarin hun beste soldaten. 's Nachts lieten ze het groot dier op het strand achter. Daarna braken ze hun kamp op, voeren naar het eiland Tenedus en hielden zich daar schuil. Bij het eerste daglicht stonden de Trojanen verstomd: in de vlakte zagen ze geen kamp, geen schip, geen soldaat, niet anders dan een reusachtig paard. Onmiddellijk deed het gerucht de ronde in de stad. Met luide stem kraaiden de burgers victorie, jongens en meisjes dansten. Van overal kon je horen: "De Grieken zijn weggegaan! Ze zijn teruggekeerd naar huis! Ze hebben niet anders dan een houten paard achtergelaten!" Blij kwamen de Trojanen uit hun stad en liepen te hoop naar het grote dier. Met grote bewondering werd het gevaarte door allen bekeken en aangeraakt, toen de priester van Neptunus, Loacoön, die de Grieken altijd wantrouwde, zin medeburgers waarschuwde : "De Grieken zijn niet naar hun vaderland teruggekeerd. Geloof me! Jullie kennen Odysseus toch wel?! Dit is een belegeringtuig, dat door de Grieken is gebouwd tege onze muren. Er houden zich daar soldaten in schuil." Na die woorden slingerde hij met grote kracht een lans naar het grote dier. Precies op da moment kwam een zekere Sinon, een leugenachtige Griek, tevoorschijn en zie: "De Grieken zijn naar huis teruggekeerd. Alleen ik ben achtergelaten, omdat ik Odysseus beledigd heb. Dit paard is door de Grieken gebouwd voor Minerva." Dan verschijnen plots twee huiveringwekkende en woeste slangen uit de zee en omstrengelen op het strand de ongelukkige priester samen met zijn twee zonden en ze verscheuren hen. En zo geloofden de Trojanen Sinon. De poort van de stad werd opengemaakt en het gevaarte werd naar de burcht getrokken? Midden in de nacht, terwijl de Trojanen het einde van de oorlog vierden, daalden de Griekse soldaten, die stilzwijgend in de buik van het paard verborgen zaten, uit hun schuilplaats af. Ze zetten alle stadspoorten open en gaven een teken aan het Griekse leger. Zonder uitstel voeren de Grieken terug naar de kust en kwamen gemakkelijk Troje binnen. De stad werd ingenomen, veel burgers werden op gruwelijke wijze gedood en alle huizen in brand gestoken. Zo werd Troje verwoest.