Laten we leven, mijn Lesbia, laten we van elkaar houden. En laat ons dat afkeurend gemompel van die te strenge oude mannen slechts één cent waard achten. De zon kan steeds op en onder gaan, maar als ons korte levenslicht eenmaal uitgedoofd is, moeten wij slapend een eeuwige nacht doorbrengen. Geef me duizend kussen, daarna honderd, dan een andere duizend, dan een tweede keer honderd, dan nog eens duizend aan één stuk door. En wanneer we er vele duizenden gegeven hebben, zullen we ze door elkaar gooien, zodat we het aantal niet zouden kennen en een kwaadwillig iemand niet kan neerkijken omdat hij weet hoeveel kussen het waren.