Oh Lesbia, jij vraagt me hoeveel van jouw kussen er voor mij genoeg zijn en meer dan genoeg zijn. Wel, zoveel als het aantal zandkorreltjes op het Lasarpicium voortbrengende Cyrene tussen het orakel van de machtige Juppiter en het oude, heilige graf van Battus, of zoveel als het aantal sterren, die de heimelijke liefdes van de mensen zien wanneer de nacht stil is: zoveel van jouw kussen zijn voor de uitzinnige Catullus genoeg en meer dan genoeg, opdat bemoeials ze niet zouden kunnen tellen en kwade tongen ze niet zouden kunnen beheksen.