Odysseus roept zijn vrienden samen: "Vrienden" zegt hij, "blijf hier en wacht op mij. Ik wil het eiland verkennen." Odysseus dwaalt over het hele eiland: hij ziet lange rivieren, hoge bergen en onbekende bomen. Hij ziet ook een mooi en groot gebouw; maar hij vindt geen mensen in het gebouw. In het bos kan hij een groot hert vangen. Later keert hij terug naar zijn kameraden. De gezellen groeten de aanvoerder en maken het avondmaal gereed. Na het avondmaal vragen ze: "Odysseus, wie woont hier? Is er gevaar? Wat kunnen we op het eiland vinden? Zijn er veel of weinig steden? Zijn er rechtvaardige of onrechtvaardige mensen? Allen vrezen we..." "Vrienden, de sterren raden ons nu aan om aangenaam te slapen. Slaap gedurende lange uren van de nacht." Maar Odysseus zelf kan niet slapen: het mooie gebouw komt dikwijls voor zijn ogen. Plotseling ziet de mooie Circe de Grieken. De tovenares lacht en zegt: "Kom binnen gasten, kom binnen! Jullie hebben toch wel honger?" Dan gaan ze allen samen het paleis binnen, behalve Eurylochus, want hij wacht voorzichtig voor de poort op zijn vrienden. De slavinnen van Circe dienen snel voedsel en wijn op, maar de wijn is vergiftigd en kijk, de ongelukkige gasten worden plots varkens. Eurylochus haast zich naar Odysseus en vertelt het ongelukkige lot van zijn vrienden. De overige kameraden zijn zeer treurig en wenen, maar Odysseus zegt dadelijk: "Ik moet onze vrienden bevrijden, ik vrees de tovenares niet." Onderweg smeekt Odysseus de god Mercurius: "Mercurius, zoon van Jupiter, je helpt me altijd, help me nu ook." En Mercurius luistert naar de ongelukkige aanvoerder en wijst hem heilig kruid. Voor het paleis roept Odysseus Circe en schreeuwt: "Laat mijn vrienden vrij." Circe lacht want de Griekse aanvoerder is er en ze zegt: "Jij wil toch ook wel een mooi varken worden?", maar het kruid van Mercurius redt hem. En zo roept Circe woedend: "Wie ben jij? Waarom wordt jij geen varken?" Maar Odysseus roept opnieuw: "Laat mijn vrienden vrij!" Eindelijk na veel strenge woorden van Odysseus opent Circe de poorten van de stal en bevrijdt de Grieken. Kijk, plotseling worden de varkens weer mensen! Maar de Grieken kunnen nog niet naar huis terugkeren, want Odysseus blijft gedurende lange tijd bij de mooie Circe.