Hij zei dat het niet nuttig was de gevangenen terug te geven, omdat zij jonge mannen en goede leiders waren, maar hij was zelf getekend door de ouderdom. Omdat zijn gezag de doorslag gaf, werden de gevangenen vastgehouden. Hijzelf keerde naar Carthago terug. Noch de liefde voor zijn vaderland, noch de zorg voor de zijnen, voor zijn familie hield hem tegen. Maar op dat moment wist hij heel goed dat hij naar de wrede vijand en naar de uitgezochte folteringen vertrok, maar hij meende dat zijn eed moest worden geëerbiedigd.