Toen zei Philippus: "Na drie dagen, o koning, zal ik je een zeer krachtig en snelwerkend geneesmiddel brengen, die de kracht van de ziekte snel zal breken." En hoewel Alexander hem beval dat geneesmiddel sneller te brengen, wou Philippus niet en nadat hij Alexander had aanspoord tot geduld, is hij buitengegaan. Nauwelijks was hij buiten, toen men bij Alexander een brief van Parmenion bracht, zijn allertrouwste leider, waarin geschreven was: "Vertrouw gelieve jouw welzijn niet toe aan Darius, want hij zal proberen je met gif te doden. Hij is immers met 1000 talenten omgekocht door Darius." Door de brief was de koning heel erg in de war. Hij liet deze echter aan niemand zien maar hij verborg hem onder zijn hoofdkussen. Hij dacht bij zichzelf gedurende enkele dagen zeer vaak na: " Als Philippus het vergif aanbied aan mij en ik drink ervan, zal ik niet alleen door mijn schuld sterven maar zal ik ook mijn soldaten verliezen. Maar mag ik twijfelen over de trouw van Philippus?" Op de afgesproken dag bracht een arts het geneesmiddel bij de koning. Terwijl deze (Alexander) in de ene hand hield de brief vast en met de andere hand dronk hij de beker uit; daarna vroeg hij Philippus de brief te lezen, intussen verwijderde hij zijn ogen niet van zijn gezicht. Maar Philippus riep wanneer hij de brief gelezen had, eerder verontwaardigt dan geschrokken: "Jouw welzijn, o koning, zal die misdaad overwinnen!" Maar Alexander zei terwijl hij zijn rechterhand aan hem gaf: "Vrees maar niet, Philippus. Hoewel ik die brief had ontvangen, toch, zoals je hebt gezien, heb ik niet geaarzeld jouw geneesmiddel te drinken. Ik had jou geen groter teken van trouw kunnen geven." Maar wat volgde, scheen de misdaad te bevestigen. Alexander lag immers gedurende lange tijd als dood door de kracht van dat zeer krachtige geneesmiddel. Daarna zijn echter geleidelijk de krachten van zowel zijn lichaam en geest teruggekomen. En reeds de derde dag na het innemen van het geneesmiddel kon hij naar zijn soldaten terugkeren.