Ofschoon er nog maar een klein deel van de zomer over was en hoewel in deze streken de winters vroeg invallen, spande Caesar zich toch in om naar Brittanië te vertrekken. Want hij begreep dat in bijna alle Gallische oorlogen er vandaar hulp was geleverd aan onze vijanden. Ook al ontbrak hem de tijd om oorlog te voeren, toch meende hij dat het hen van groot nut zou zijn, als hij alleen maar naar het eiland gegaan zou zijn, als hij het soort mensen zou hebben gezien, als hij de plaatsen, de havens, de landingsmogelijkheden had leren kennen. Dit alles was bijna onbekend aan de Galliërs. Want noch gaat iemand daar zomaar heen behalve kooplui, noch is er zelfs aan hen iets bekend behalve de kuststreek en die streken, die tegenover Gallië liggen. Hoewel hij van alle kanten kooplui bij zich had geroepen. kon Caesar noch te weten komen hoe groot het eiland was, noch welke of hoeveel stammen er woonde, noch welke oorlogsgebruiken ze hadden, noch welke havens geschikt waren voor een nogal groot aantal schepen. Om dit te weten te komen zond hij Gaius Volusenus met een oorlogsschip vooruit. Hij droeg hem op om, nadat hij alle dingen verkend had, zo snel ! mogelijk naar hem terug te keren. Zelf vertrok hij met alle troepen naar een streek, vanwaar de oversteek naar Brittannië het kortst was. Hij beval de schepen van alle kanten van de naburige streken daar samen te komen. Intussen kwamen er, nadat zijn plan bekend was geworden en door kooplui aan de Brittaniërs was overgebracht, van verscheidene stammen van dat eiland gezanten naar hem toe, die beloofden gijzelaars te geven en zich te onderwerpen aan het gezag van het Romeinse volk. Nadat hij hen gehoord had en nadat hij hen royale toezeggingen had gedaan en hen had aangespoord om bij die mening te blijven, zond hij hen naar huis terug. Met hen zond hij Commius mee; wiens moed en macht hij op prijs stelde en van wie hij meende dat hij hen trouw was en wiens gezag in deze streken veel waard werd geacht. Nadat Volusenus alle streken had bekeken, voorzover hij daartoe in de gelegenheid was, keerde hij op de vijfde dag naar Caesar terug en berichtte wat hij gezien had. (hij durfde! namelijk zijn schip niet te verlaten en zich niet onder te barbaren te wagen) Toen hij een goed tijdstip had verkregen om uit te varen, lichtte hij ongeveer tijdens de derde wacht (tussen 24.00 U. en 2.30 u.) het anker en bereikte ongeveer op het vierde uur van do dag met de eerste schepen Brittanië.