[CAESAR] De Bello Gallico, II, 19 Een strijd met wisselende kansen.

Opmerking

Versie 1:

Caesar stuurde zijn ruiterij voorop en volgde ze op de voet, samen met alle andere troepen; maar de opstelling van de colonne deed zich anders voor dan de Belgen aan de Nerviërs overgebriefd hadden. Omdat hij de vijand naderde liet hij namelijk zes gevechtsklare legioenen voorop marcheren; hierachter had hij de tros van het hele leger samengeplaatst, vervolgens sloten twee legioenen, die het recentst gelicht waren, de hele colonne en ze beschermden de tros. Onze ruiters waren met de slingeraars en de boogschutters de rivier overgestoken en ze bonden de strijd aan met de ruiterij van de vijand. Dezen trokken zich herhaaldelijk terug in de bossen en vielen ons opnieuw vanuit het bos aan. Maar onze mannen durfden niet verder te reiken dan tot de grens van het open gebied en ze durfden de vluchtenden niet achtervolgen; De 6 legioenen die als eerste aangekomen waren begonnen het terrein af te meten en sloegen het versterkte kamp op. Opeens zagen degenen die zich in de bossen verscholen hielden de kop van onze tros ? dit was het afgesproken ogenblik om de strijd te beginnen ? en ze stormden plots vooruit met al hun troepen zoals ze opgesteld waren in de bossen en ze vielen onze ruiterij aan. Ze hadden deze gemakkelijk verdreven en in wanorde voortgejaagd. Daarop rende de vijand razendsnel naar beneden naar de rivier toe, zodat ze bijna tezelfdertijd zowel in de bossen als in de rivier als in onze handen gezien werd. Even snel haastten ze zich verder heuvelopwaarts naar onze kampplaats en naar hen die daar aan het werken waren.

Opmerking

Versie 2:

Caesar stuurde zijn ruiterij voorop en volgde met alle troepen op de voet, maar zijn colonne was anders dan de Belgen aan de Nerviërs verraden hadden. Want omdat de vijand naderde, liet Caesar naar zijn gewoonte zes gevechtsklare legionen voorop marcheren; en na hen had hij de tros van heel het leger geplaatst daarachter sloten twee legioenen die nog maar net gelicht waren de hele colonne en waren tot bescherming voor de tros. Onze ruiters, die met de slingeraars en boogschutters de rivier waren overgestoken, bonden de strijd aan met de ruiterij van de vijand. Wanneer dezen zich herhaaldelijk naar hun bossen terugtrokken en opnieuw uit het bos een stormloop tegen ons begonnen, en onze krijgers de vluchtelingen niet verder dan de grens tot waar de open plek reikte durfden achtervolgen Sloegen intussen zes legioenen, die als eersten waren aangekomen, het kamp op, nadat het werk was afgemeten. Toen het eerste deel van de tros van ons leger was gezien door hen die in de bosjes verscholen zaten - het ogenblik dat zij onder elkaar hadden afgesproken om de strijd aan te gaan - stormden ze plotseling met al hun troepen vooruit zoals ze hun slaglinie en gelederen in het bos hadden opgesteld en vielen onze ruiters aan. Ze hadden dezen gemakkelijk verdreven en met een ongelooflijke snelheid daalden ze naar de rivier af zodat de vijand ?n bij het bos ?n in de rivier ?n in onze handen werd gesignaleerd. Verder haastten ze zich met dezelfde snelheid naar de overkant van de heuvel en naar ons kamp en naar hen die bezig waren met te werken.

Opmerking

Versie 3:

Nadat de ruiterij vooruitgestuurd was volgde Caesar onmiddellijk met alle troepen, maar de opstelling van de colonne is anders dan de Belgen aan de Nerviers hadden laten weten, want omdat hij de vijand naderde, liet Caesar zes legioenen zonder bagage voorop gaan volgens zijn gewoonte; na die zes legioenen had hij de bagage van het hele leger samengeplaatst, vervolgens sloten twee legioenen die pas waren gelicht de hele colonne af en ze beschermden de bagage. Onze ruiters begonnen een gevecht met de ruiterij van de vijand nadat ze overgestoken waren slingeraars en boogschutters. Toen zij zich herhaaldelijk terugtrokken naar de bossen naar hun strijdmakkers en opnieuw vanuit het bos de onzen aanvielen, en toen de onzen de wijkende vijand niet verder durfden volgen dan waar de uitgestrekte open plaatsen reikten, begonnen intussen de zes legioenen die als eerste waren aangekomen het kamp te bouwen, nadat het terrein was afgebakend. Zodra de eerste bagage van ons leger gezien werd door diegenen die heel goed verstopt waren in de bossen, welk moment ze onderling hadden afgesproken om het gevecht te beginnen, stormden ze plots met al hun troepen vooruit zoals ze de troepen hadden opgesteld binnen de bossen en zoals ze zichzelf hadden versterkt, en ze vielen onze ruiters aan. Nadat dezen verdreven en gemakkelijk in verwarring gebracht waren, renden ze met ongelooflijke snelheid naar de rivier zodat de vijanden bijna tegelijkertijd werden gezien bij de bossen, in de rivier en vlakbij ons. Met dezelfde snelheid begaven ze zich echter langs de tegenoverliggende heuvel naar ons legerkamp en naar hen die bezig waren met het werk.